Wethouder Paul Schoute en Hugo ter Avest, directeur van Gemeentemuseum het Hannemahuis, verrichtten de officiële onthulling in aanwezigheid van genodigden en belangstellenden.
Het zandstenen fronton, daterend uit het midden van de achttiende eeuw, bevond zich oorspronkelijk boven de ingang van het gebouw van de Friese Admiraliteit, de voorloper van de Koninklijke Marine. Na de sloop van Leeuwenburg in 1883 – om plaats te maken voor het kantongerecht, het huidige restaurant ’t Havenmantsje – raakte het kunstwerk uit het zicht. Uiteindelijk kwam het terecht in het Noordelijk Scheepvaartmuseum in Groningen, tegenwoordig Museum aan de A.
Omdat het fronton niet meer in de collectie van het vernieuwde museum paste, werd het op collegiale wijze overgedragen aan het Hannemahuis. Dankzij financiële steun van Port of Harlingen, de Wassenbergh-Clarijs Fontein Stichting, de Gemeente Harlingen en het Hannemahuis, kon de steen terugkeren naar Harlingen en een prominente plek krijgen naast de poffertjeskraam op het Havenplein – vlak bij zijn oorspronkelijke locatie.
Tijdens de onthulling plaatste Ter Avest de steen in historisch perspectief, terwijl wethouder Schoute vooruitblikte op de ambities van de gemeente op maritiem-historisch gebied. Daarmee markeert de terugkeer van het fronton niet alleen een bijzonder moment van erfgoedbehoud, maar ook een stap richting een versterking van Harlingen als stad van zeevaart en geschiedenis.
- Fotoimpressie door Dorus Breidenbach