Tekst en beeld Gijs van Hesteren
Ik zou als schipper gaan varen met de 'Nouvelle Etoile', een tot luxe hotelschip omgebouwde vrachtspits van 39 bij vijf meter.
Op reis met het openbaar vervoer, want het schip lag tijdelijk aangemeerd ten noorden van de sluis van Evry. In het midden van nergens - waar stal je daar je auto of motor voor twee weken? Bovendien is openbaar vervoer duurzamer. Laat staan als ik met een vliegtuig zou zijn gegaan. Relaxter dan met eigen vervoer? In theorie wél. De praktijk was iets minder ontspannen.
Arriva bracht me naar station Leeuwarden en daar stapte ik over opde trein richting Randstad.
In Heerenveen moesten alle passagiers al overstappen op een bus, tot Meppel. Werk aan het spoor. Leuk onderdeel van de reis, al kostte het tijd.
In Meppel zat de trein uit Groningen al propvol. Dat werd staan tot Schiphol.
Vervolgens de Intercity Direct naar Brussel. Pakweg vierduizend mensen in een trein voor tweeduizend. Waar willen ze toch naartoe allemaal?
Na Brussel kreeg ik een gereserveerde plek tot Parijs Noord. Daar raakte ik als typisch provinciaaltje snel de weg kwijt in de metro.
Alle kaarten met bestemmingen en stations bevonden zich halfzacht op zijn Frans op lukrake plekken. Uiteindelijk vond ik de goede lijn. Zware vertraging vanwege een kapot treinstel op de lijn. Weer vijfduizend mensen gepropt in een trein voor de helft.
Enfin, ik moest overstappen, maar waar en naar welke lijn? Ik vroeg een beambte de weg, maar hij gaf mij een bekeuring van 35 euro, in plaats van aanwijzingen. Verkeerde kaartje gekocht! Uiteindelijk vond ik de goede trein, maar ik moest weer een half uur wachten.
De wet van Murphy sloeg nu pas echt toe. Ik stapte uit op het verkeerde station; op de kaart leek het toch echt korter... Vier kilometer gelopen naar de Seineoever, totdat ik bij een hek kwam dat niet open ging. Terug dan maar. Het was ver, mijn tas werd steeds zwaarder, mijn schoenen knelden en het was erg warm.
Vaardag 1. De sluis van Evry.
Langs een bepaald deel van de Seine bouwde men tijdens de Belle Epoque 1890-1915 heel wat bijzondere landhuizen.
Een aardige Fransman, die met zijn zoontjes aan het fietsen was, legde me uit dat er geen taxi's reden in het weekend. Waarom ik geen Ubertaxi belde? Ik ben maar meteen lid geworden van Uber, ondanks alle horrorverhalen over dat bedrijf.
De Uberchauffeur kon me aanvankelijk niet vinden, maar gelukkig belde hij me. Met een Franse woordenwaterval, dus het duurde even voordat we elkaar vonden.
Hij bracht me tot een slagboom ten zuiden van de sluis van Evry. Dat viel weer mee dan. Daarna bleek het nog een half uur lopen, met een tas die steeds zwaarder werd. Wat zit er toch allemaal in? Volgende keer een rolkoffer.
Beginnende blaren onder de voeten, maar ik werd hartelijk ontvangen door de eigenaar en zijn echtgenote, met spaghetti bolognese en Texeler bokbier. Intussen was het al half tien. Ik was 13,5 uur onderweg geweest, in plaats van zeven. Pfff.
We gaan twee weken varen met het schip. "Mooie plekken ontdekken", zegt de kapitein. Hij heeft geen vaarbewijs, dat is waarom ik mag schipperen. Eerst maar even slapen.