Tekst Gijs van Hesteren
Ze vertelde dat tijdens de werkmiddag van de Werkgroep Basisvaardigheden. Een middag in Nieuw Zuid voor betrokkenen uit ‘het werkveld’. Medewerkers van zorg- en welzijnsorganisaties, Firda (stond vroeger bekend als ROC Frieslandcollege), het gebiedsteam, de regionale bibliotheken en niet te vergeten: werkgevers. Ik mocht erbij zijn, als vrijwilliger van het Digi-taalhuis.
Samen met anderen geef ik elke dinsdag Nederlandse les aan een groep cursisten, in de bibliotheek aan de Voorstraat. Heel gezellig zo met z’n allen en ook heel mooi om te zien hoe cursisten grote stappen zetten. Wat me opvalt aan die cursusochtenden: de deelnemers komen bijna altijd van ‘elders’. Zeer gemotiveerde arbeidsmigranten van binnen en buiten de EU, mensen die hier voor de liefde zijn gekomen, vluchtelingen. Hooguit heel af en toe meldt zich iemand met Harlinger wortels.
Tijdens de presentaties hoorden we over precies dát grote probleem: ‘Hoe bereiken we de laaggeletterde Nederlander?’ Alleen al in de gemeente Harlingen gaat het om honderden mensen. De reflex om dan maar meer flyers uit te delen, of artikeltjes in de krant of op Harlingen Boeit zal niet veel helpen. Want de doelgroep leest dat niet. Daarnaast ziet niet iedere laaggeletterde zich als kwetsbaar of kansarm. Er bestaan zoveel manieren voor een goed en volledig leven, zonder dat je daarbij moet kunnen lezen of schrijven.
Het cijfer van elf procent stamt uit een in 2012 gehouden onderzoek. We horen regelmatig over de neergang van het Nederlandse taal- en rekenonderwijs op de basisscholen. Het zou mij niet verbazen dat het aandeel ongeletterden en matig geletterden nu hoger is dan tien jaar geleden. Is dat een probleem?
Taalambassadeur
Volgens ervaringsdeskundige Renske (29) wél. Nu is zij ‘taalambassadeur’, maar als kind kon ze niet meekomen. Ze kreeg daar weinig hulp en aandacht bij. “Ik dacht dat ik gewoon dom was. Het maakte mij onzeker en alleen. Ik durfde niet om hulp te vragen. Na mijn schooltijd werkte ik in de sociale werkvoorziening. Ook dat maakte mij niet gelukkig, het was saai werk. Het voelde alsof het onder mijn niveau was. Ik kreeg de kans om taallessen te volgen en haalde twee diploma’s. Als je ergens moeite en tijd in steekt kan je het leren, zeker als je er hulp bij krijgt. Nu ben ik trots. Er ging een wereld voor mij open. Ik woon zelfstandig en regel mijn eigen zaakjes.”
Nog even terug naar het belangrijkste onderdeel van de werkmiddag. Hoe om te gaan met de doelgroep? Een serie tips en trucs wordt opgesomd. Voor overheden en instituties: schrijf minder moeilijke zinnen in brieven en berichten. Voor werkgevers: besteed meer aandacht aan werknemers en als je signalen van ongeletterheid opvangt, probeer er over in gesprek te gaan. Voor mensen die vaak aan huis komen – denk aan Gebiedsteam, thuiszorg, energiecoach – kijk of je stapels ongeopende brieven ziet liggen. Een niet mis te verstane aanwijzing.
Het verbeteren van het onderwijs ligt voor het grootste deel op het bordje van de Rijksoverheid. De docenten doen wat ze kunnen, maar ze zijn afhankelijk van de kaders waarbinnen ze moeten werken. Laten we hopen dat onze nieuwe regering, als die ooit tot stand komt, het ongekende falen van het hele systeem weet aan te pakken.
O ja, wat een domeinspecialist is vergat ik te vragen aan Floor Banning.
Digi-taalhuis
Nog steeds iedere week in de bieb: Digi-taalhuis, een plek waar je meer en beter leert lezen, schrijven, rekenen en computeren. Iedere dinsdag- en woensdagochtend van tien tot twaalf. Info bij de bibliotheek. Kom langs of bel 088 - 16 56 123.