Speech 'No return' burgemeester Ina Sjerps
Omstreeks 1740/1745 verliet ene Sjerp Imkes met zijn aanstaande, Rigtje Ipes, zijn voorouderlijk huis, de Minnema State in Arum, en voer over de Zuiderzee naar West-Friesland, om zich daar te vestigen in het dorp Andijk.
Amateur-genealoog Joop Koning heeft de familiestamboom van Sjerp Imkes uitgezocht tot in de 14e eeuw. De oudste bekende voorvader van Sjerp Imkes was ene Juw Hottinga die rond 1340 in Nijland bij Bolsward woonde. Alle mannelijke, en waarschijnlijk ook alle vrouwelijke, voorouders van Sjerp Imkes waren Friezen. Eeuwenlang woonden ze in het gebied dat nu Súdwest-Fryslân is. Verder dan Leeuwarden kwamen ze niet. Waarom deze diepfriezen, Sjerp en Rigtje, dan toch uit Fryslân vertrokken is niet bekend.
Joop Koning suggereert dat ze misschien op de vlucht waren voor de pest, die in die tijd in Fryslân heerste. Of misschien was er ruzie in de familie. Maar wat de reden ook was, Sjerp en Rigtje vertrokken om niet meer terug te keren. No return.
Ze trouwden in de gereformeerde kerk in Andijk en begonnen een nieuw leven. Hun kinderen bekeerden zich zelfs tot een ander geloof, het katholicisme. Wel zo handig als je wilt integreren in het overwegend katholieke West-Friesland. Hun kleinzoon Klaas moest in de Napoleontische tijd, toen de burgerlijke stand werd ingevoerd, een familienaam kiezen. Hij koos Sjerps. Klaas en zijn gezin woonden in Venhuizen, waar zijn vader Sjoert eerder wethouder was, en waar ik geboren ben. U begrijpt al, ik ben een rechtstreekse afstammeling van die migranten uit de 18e eeuw, Sjerp en Rigtje, en nog verder terug, van die 14e-eeuwse Juw Hottinga uit Nijland.
Hier aan de rand van het land met zicht op de zee, stel ik me ze voor, Sjerp en Rigtje, die ergens aan de Friese kust aan boord gaan. Misschien was het in Stavoren, misschien in Harlingen. Ergens namen ze, met alles wat ze konden meenemen, de boot en voeren naar de andere kant van de Zuiderzee. Ik vermoed, naar de haven van Enkhuizen. Nu is dat driekwartier met de auto. Toen een definitief vertrek.
Migratie is van alle tijden en alle volken en ieder van ons vindt het terug in zijn of haar stamboom, als je maar ver genoeg terug gaat.
Twee eeuwen voor het vertrek van Sjerp en Rigtje was Harlingen juist een centrum van immigratie. Meindert Schroor noemt het in zijn boek ‘Harlingen, geschiedenis van een havenstad’, een ‘Gründerzeit’.
Ik citeer: "Geen van de Friese steden maakte gedurende dit tijdvak zo’n groei en expansie door als Harlingen. De bevolking van het stadje (…) zal aan het begin van de zestiende eeuw het getal van 1000 nauwelijks hebben overschreden, tegen het jaar 1600 was het inwonertal minstens verzesvoudigd." Waarbij volgens Schroor waarschijnlijk 30-40% van de bevolking niet eens werd meegeteld omdat ze buiten de middeleeuwse gracht woonden.
De belangrijkste groep nieuwkomers in die tijd waren de Vlaamse doopsgezinden die, op de vlucht voor vervolging omwille van hun geloof, vanaf halverwege de 16e eeuw in grote aantallen naar Harlingen kwamen en daar aan de basis stonden van de toenmalige industrialisatie. Schroor noemt de zout- kalk- en grofkeramische industrie die in Harlingen tot grote bloei kwamen door de bijdrage van de doopsgezinden.
Dit is maar één voorbeeld uit de geschiedenis van onze gemeente. Een zeehavenstad is per definitie een plaats waar mensen komen en gaan. En soms voor altijd vertrekken -of, zoals deze vrouw, aankomen. Omdat ze gewend zijn aan nieuwkomers zijn havensteden doorgaans tolerante steden. Zoals ook Harlingen. Niet voor niets is onze slogan ‘Harlingen, Welkom aan Zee’. Nieuwkomers worden hier snel geaccepteerd, vooral als ze daar zelf ook een beetje hun best voor doen.
Net als in de 16e eeuw de doopsgezinden, vangt onze gemeente vluchtelingen op. En ook zij krijgen de kans bij ons te gaan horen. De maakster van dit prachtige beeld, No return, Ilse Oelbers, zegt zelf dat ‘No Return’ staat voor de kwetsbare positie van de mensheid. De actualiteit van deze week maakt al weer duidelijk hoe kwetsbaar de mensheid is met nieuwe vluchtelingenstromen tot gevolg.
Ilse Oelbers zegt over dit beeld: "Persoonlijk hoor ik nooit een onvertogen woord van inwoners van Harlingen. Iedereen is welkom en iedereen mag Harlingen zijn of haar thuis noemen. Iedere dag zie ik bewoners van de asielboot langs mijn studio lopen. Vaak samen vrolijk pratend en lachend. Mijn nieuwe buren zijn vluchtelingen uit Syrië en wonen inmiddels zeven jaar in Harlingen. Ze openden onlangs een kapperszaak op de Noorderhaven. Dat is, vind ik, geweldig en hoopvol. Zo kan het dus ook."
Omdat migratie hoort bij een havenstad hoort dit beeld bij Harlingen. Namens het bestuur van Harlingen wil ik daarom Ilse Oelbers complimenteren met het maken van dit mooie werk, en vandaag in het bijzonder mw Hans Boonstra dank zeggen voor dit prachtige cadeau dat ze aan onze gemeente heeft geschonken. Kunst roept gevoelens en gedachten op die voor iedereen weer anders kunnen zijn. Voor mij vertelt dit beeld dat we allemaal migranten zijn of kunnen worden, en dat we allemaal van tijd tot tijd zelf ook kwetsbaar zijn, en afhankelijk van het welkom van een ander. Maar gelukkig zijn we nu hier in Harlingen. Welkom aan zee!
- Foto's Dorus Breidenbach©