Soms zijn er twaalf mensen, soms vier. Soms is het stil en soms hoor je iemand het spel uitleggen. Maar altijd worden er schaakstukken over de borden geschoven.
De schakers zitten meestal boven, naast de kasten met literatuur, met uitzicht op de bomen in de tuin die nu hun bladeren verliezen. In de zomer wijken ze uit naar deze tuin van boekhandel, museum en bibliotheek.
Marian Henderson is een van de deelnemers. Ze komt al vanaf het begin in de bieb om te schaken. “Ik heb het spel altijd mooi gevonden, vroeger heb ik op een club gespeeld”, vertelt ze. Ze is vroeg vandaag, net als Albert Smit die tegenover haar zit. Het schaakbord staat al tussen hen in. Waarom ze hier komt? Albert, de initiatiefnemer van de schaakmiddagen, is haar voor: “Om met mij te schaken natuurlijk.” Marian lacht en vult dan aan: “Hier kan je met verschillende mensen spelen en dat iedereen zo kan binnenlopen maakt het onvoorspelbaar en gevarieerd.”
Kans
Marian komt ook omdat ze het schaken graag weer wilde oppakken. “In het begin was ik wat onzeker over mijn spel, voor mij was deze schaakmiddag echt een kans om het weer op te pakken. Hier is het vooral genieten van het schaken zelf. We hoeven niets te noteren, het gaat gewoon om het spel.”
Er is geen wedstrijdklok tijdens het spelen, je kan je eigen tempo aanhouden. Je hoeft ook niet bekend te zijn met schaken, ook als je het spel wilt leren, kun je aanschuiven. Met een blik op Albert zegt Marian: “Het mooiste is wel als je met iemand kan spelen die op jouw niveau zit. Dat ging aardig goed met hem, maar ik heb het idee dat hij beter is geworden.”
Winnen
“Of ik speel om te winnen? Ik speel vooral om ervaring op te doen en ik vind het mooi als het gelijk op gaat.” En na een korte stilte: “Oké, ook een beetje om te winnen.” Albert valt bij: “Tuurlijk wil je winnen, ik ga niet fluitend hiernaartoe om te verliezen.” Marcel komt aanlopen en blijkbaar heeft hij de laatste woorden opgevangen. “Verliezen is wel leerzamer dan winnen. Ik ben hier al een paar keer flink van het bord geveegd!”
Marian vertelt verder: “Ik heb laatst een schaakcomputer gekocht, daarmee kan ik elke dag een potje spelen. Hij is ongeveer zo groot als een boek en je kunt er alleen mee schaken. Dat is ook om mijn hersenen te trainen. Van mezelf ben ik best impulsief en het schaken leert mij om eerst goed na te denken voor ik een zet doe.”
Schaken wordt ook wel vergeleken met kickboksen, weet Albert. “Het is bewezen dat je je hersenen kan trainen met het spel. Er zijn meer mensen die daarvoor komen.” Hij tikt tegen zijn slaap, zegt grijnzend: “Ik ben ook vooruitgegaan. Nu weet ik dat ik Albert heet, dat wist ik eerst niet.”