Vanaf de eind jaren 50/begin jaren 60 begon met name de muziekindustrie in West-Europa zich te beseffen dat hun publiek, de nieuwe generatie tieners en jonge twintigers, slecht te bereiken was en maar moeizaam kennis kon nemen van nieuwe muziek. Gedurende decennia was de radio in staatshanden of van omroepen die door zeer strenge regels ernstig werden beperkt. De enige plek waar de Nederlandse jeugd kon luisteren naar de Beatles en de Rolling Stones was één uurtje op Hilversum “Top of flop” met Herman Stok. De Engelse jeugd was niet veel beter af met één uurtje “Top of the pops”’op BBC.
Radio Luxemburg
De muziekindustrie wilde het percentage muziek drastisch verhogen naar het voorbeeld van Radio Luxemburg die op 208 meter middengolf goede zaken deed met Engelstalige muziekprogramma’s gericht op de Britse jeugd. De sterke zenders van het ministaatje trokken zich niets aan van de landgrenzen en met name in Londen kon “Luxy” zich in een grote populariteit verheugen.
In navolging van pioniers in Scandinavië startte in 1959 een groep Nederlandse zakenmensen het project VRON. De Vrije Radio Omroep Nederland. De mannen hadden een oud lichtschip gekocht in Duitsland en dat, omgebouwd tot zendschip, voor de Nederlandse kust verankerd. Netjes buiten de territoriale wateren van Nederland. Net als bij Radio Luxemburg trok het radiosignaal van het schip “Borkum Riff” zich niets aan van de grenzen en in met name West Nederland waren de programma’s prima te ontvangen. Op 192 meer middengolf. “192, Goed idee”! De VRON was toen al Veronica geworden.
Miljoenen luisteraars
Doordat het schip buiten Nationaal grondgebied lag was er niks illegaals aan het project en konden de platenmaatschappijen volop hun muziek kwijt die door het station achter elkaar aan gedraaid werd. Het nieuws op het hele uur en de vrolijke plaatjes trokken al snel miljoenen luisteraars, wat ook niet aan adverteerders voorbijging. En zo was een briljante businesscase bedacht. Geen regels, geen beperkingen en maximale vrijheid.
De Hilversumse omroepen schreeuwden moord en brand. Immers mocht zij niet adverteren en mochten ze ook niet non-stop muziek draaien. Nee, de vele praatprogramma’s en stichtelijke teksten dreven vooral de jeugd naar de nieuwe muziekzender. Het succes bleef niet beperkt tot Hilversum en de Nederlandse luisteraar. Nee, zo’n lucratieve business, daar waren wel meer liefhebbers voor te vinden. Door de jaren heen kwamen (en gingen ook weer) vele kapers op de kust die ook wel een graantje mee wilden pikken. Verspreid over de periode 1960 – 1974 hebben meerdere schepen voor de kust geprobeerd een populair station op te zetten.
Hilversum 3
Het ongecontroleerde karakter van de zeezenders, die onterecht wel piraten werden genoemd, was de overheid een doorn in het oog. Pogingen om de commerciële zenders het gras voor de voeten weg te maaien door de popzender Hilversum 3 op te richten mislukten jammerlijk omdat de wettelijke beperkingen ook daar aan het vrije karakter in de weg stonden. Vergelijkbaar was de situatie in Engeland waar vanaf 1964 ook een aantal schepen voor de kust was gaan liggen. BBC Radio 1 was de poging van de BBC om de zeezenders te breken. Tevergeefs.
Gebeurde er dan helemaal niks? Dat wel. In februari 1965 werd in Straatsburg het gelijknamige verdrag opgesteld dat elke vorm van medewerking aan de uitzendingen van buiten het grondgebied onwettig verklaarde. Landen konden dat verdrag tekenen (ratificeren) en dan vervolgens Nationale wetgeving uitvaardigen die aan het verdrag uitvoering gaf. Medio jaren 60 echter waren de radiostations al zo populair geworden dat de politiek in met name Nederland en het Verenigd Koninkrijk het niet aandurfden om de boel aan te pakken, uit vrees voor zwaar verlies bij verkiezingen. Engeland hakte als eerste de knoop door. Per 15 augustus 1967 was het (bijna helemaal) stil.
Stilte
In Nederland duurde het tot 1973 dat minister Harry van Doorn het aandurfde om de zeezenders aan te pakken. Uiteindelijk werd op 1 september 1974 de wet van kracht die de legale exploitatie van een zeezender nagenoeg onmogelijk maakte. Van de schepen die toen voor de kust lagen stopten Radio Veronica, Radio Noordzee en Radio Atlantis op 31 augustus. Het Engelse Radio Caroline, met aan boord het Vlaams/Nederlandse Radio Mi Amigo lichtten het anker en beproefden hun geluk voor de Engelse kust. De Nederlandse radio viel letterlijk stil. Waar de laatste week van augustus de (draagbare) radio’s overal de vrolijke geluiden van de Noordzee uitspuwden, was na de zaterdag alles stil.
Nu, 2024 is het in augustus 50 jaar geleden dat de Nederlandse zeezenders (bijna allemaal) stopten. Dat is reden voor het enige zendschip dat Nederland nog heeft, de Jenni Baynton in Harlingen, om in de laatste week van augustus nog eenmaal het geluid van de zomer van 1974 terug te brengen. Van zaterdag 24 tot en met zaterdag 31 augustus wordt vanuit een speciale studio aan boord van het schip een programma uitgezonden dat uitsluitend de muziek draait die 50 jaar geleden beschikbaar was. En er worden alleen maar vinylplaten gedraaid. Ook komen vele van de oude reclameboodschappen voorbij. De naam van het station? Radio 74 !
Van ’s morgens 7 tot ’s avonds 7 is het geluid van Radio 74 in Friesland te ontvangen op 747 middengolf en op FM. Buiten Friesland zijn er vele radiostations die het signaal overnemen. Uiteraard is Radio 74 ook via internet te beluisteren. Van 19.00 tot 07.00 gedurende de avond en nacht komen de Engelse Dj’s van Radio Seagull aan boord lp-muziek uit dezelfde periode draaien.
Om te kosten te dekken kunnen presentatoren en nieuwslezers die het leuk vinden uurtjes “kopen” die ze dan zelf mogen presenteren. Ook is er de mogelijkheid voor de adverteerders van nu om hun boodschappen gedraaid te krijgen. Zo wordt het een groot radiofeest. Voor de radiomakers, voor de luisteraars en voor het nog enige zendschip van Nederland.
Het schip is gedurende het evenement tijdens kantooruren open voor het publiek.
Voor wie meer wil weten kan een email sturen naar radiodaynl@gmail.com