Tekst Teatse Vogelaar
Uit de oude doos: Een verhaal over het zeezwembad
Fijn om te lezen dat er aandacht is voor een zeezwembad in Harlingen. Het rapport TAUW (zie Harlingen Boeit) bespreekt een aantal mogelijkheden. Eén van die mogelijkheden is een zwembad halverwege de Zuiderpier.
Dat lijkt mij een uitstekend plek vooral ook omdat ik een zwembad op die plek al vele jaren geleden bedacht had. Begin 1998 vormden zich de eerste plannetjes in mijn hoofd.
Mijn enthousiasme ging toen zó ver dat ik echt ging onderzoeken in hoeverre zoiets mogelijk was en op die zoektocht ging ik bij meerdere overheidsinstanties langs en had contact met aannemers, bouwondernemers (Spaansen) en architecten (Penta) en mogelijke sponsors. Een van de eerste obstakels bleek op de tekeningen betreffende de waterstanden daar in dat gebied (opgevraagd gemeente Harlingen). In navolging van vele buitenlandse zwembaden hoopte ik op voldoende verschil tussen eb en vloed om steeds de geplande waterbak te kunnen vullen of verversen. Er zijn zwembaden waar dat verschil vele meters is. Ik zou het met pakweg 1 meter 50 moeten doen.
Het maken van een betonnen muur leek mij technisch geen groot probleem. Rijkswaterstaat en Provinciale Staten antwoordden positief op mijn vragen omdat het maken van zo'n voorziening niet de veiligheid van de dijken aantastte. Er zou een klein gebouwtje (á la Engelse tuin) op het “wormvormig aanhangsel” kunnen staan voor ijsjes en thee en de uitbater zou ook verantwoordelijk zijn voor het periodiek schoonmaken van het bad (slib). Van een kennis kreeg ik een stokoude foto (uit 1930?) waar een soortgelijk bouwsel precies op diezelfde plek stond (Restaurant Het Centrum).
Tegen de schuinte van de huidige pier zouden brede betonnen trappen komen waar men uitgebreid kan liggen zonnen. Fietsenstallingen, vrolijke vlaggen én een waterkraan om je af te spoelen.
Het leek erop dat de diverse seinen op groen stonden tótdat iemand mij tipte om óók even bij de Waddenvereniging langs te gaan (Wadden-adviesraad had ik al eerder gevraagd). Daar werd ik als een kind afgeblaft. “Wij zullen álles in het werk stellen om dit onzalige project tegen te houden” was het antwoord. Ik ben teleurgesteld weggegaan en heb de map met tekeningen en foto's opgeborgen (in de oude doos) om pas járen later die map weer tevoorschijn te halen toen de gemeente Harlingen onderzoek deed naar recreatiemogelijkheden.
Raadslid Van Dijk drong er op aan dat ik mijn plannen nógmaals uit de oude doos zou halen en een paar dagen later zat ik op het gemeentehuis uitgebreid verslag te doen. Maria le Roy en twee secondanten luisterden aandachtig. Het was 2018. Ik heb er nooit weer wat van gehoord.
Liep ik in 1998 tegen een muur aan en werden mijn plannen in 2018 in een doofpot gestopt?
Nu, in 2024 vergeten ze mijn naam te verbinden aan mijn “geesteskind” want ik word nergens genoemd in dat rapport TAUW. Iedere betrokkene is echter welkom om samen met mij de oude doos weer te openen.