Met windkracht 5 tot 6 op het Wad beloofde het vooraf al een zware beproeving te worden. Toch trotseerde het team van sloep De Tobbe de elementen – en met succes: ze eindigden als eerste in de zesriems-klasse.
De voorbereiding begon al dagen eerder met twijfel over doorgang. De weersvoorspellingen gaven begin van de week windkracht 8, met uitschieters naar 9. Zowel voor het roeiteam als de volgboot een spannend vooruitzicht. Twee dagen voor de race werd pas het definitieve sein gegeven: het gaat door.
Vliegende start en golven over de boeg
Zoals inmiddels traditie is voor het team van De Tobbe, werd direct bij de start alles op alles gezet om als eerste de haven uit te komen. "Dat doen we al drie jaar zo," aldus stuurman Klaas Walburg. Maar dit jaar werden ze meteen getrakteerd op forse golfslag bij het uitvaren van de haven – alle roeiers inclusief stuurman waren binnen enkele minuten doorweekt.
Het traject richting de Pollendam bleek het zwaarste stuk van de race. Hier was het roeien tegen de wind in zonder enige hulp van stroom. “Het komt dan volledig aan op techniek,” aldus Walburg. “Je moet gelijk roeien om vaart te houden. Met hoge golven is dat echt een kunst.”
Voorsprong op het Wad
Na het passeren van het Schuitengat kwam het deelnemersveld dichterbij. De sloep liep door het Pannegat – naast Griend – waar eindelijk de wind en stroom gunstiger werden. “Daar pakten we wat voordeel. Voor het eerst een beetje mee in plaats van tegen.”
De trainingen wierpen duidelijk hun vruchten af. Het team had dit voorjaar al lange races geroeid in Lemmer en Grou (beide 22,5 km), én het Harlinger Kampioenschap onder zware omstandigheden. “Wij trainen in Harlingen, vlak bij zee, dus we zijn wel wat gewend qua golfslag,” zegt Walburg met een knipoog.
Ook het intervaltrainen wierp zijn vruchten af. Door te trainen met pieken en dalen in tempo en hartslag, kon het team versnellen waar nodig – ook in de laatste loodjes valk voor de haven van Terschelling.
Strategie en doorzettingsvermogen
Met name het laatste stuk richting Terschelling vroeg uiterste concentratie en ervaring. Door de west-zuidwestenwind kregen de roeiers weliswaar de wind mee, maar ook de stroom tegen. “Als je niet oplet, vaar je met de stroming mee en beland je tegen de zandplaat aan,” vertelt Walburg. “Onze bakboordroeier roept dan ‘grond!’, en dan stuur ik een halve meter bij. Zo precies moet het.”
Met de haven van West-Terschelling in zicht werd het ritme nog eenmaal aangescherpt. Eenmaal in de haven laten de heren zien dat er nog energie over is. “Rechtop zitten en strak roeien. Dan wil je laten zien dat je trots bent dat je het hebt gehaald.”
Met plezier en vol goede moed begint de Tobbe aan de HT 2025. Foto: Maritieme Academie Harlingen.