Tekst Joop van der Heide
Op donderdag 5 september 1974 werd Harlingen opgeschrikt door een grote brand die een aanzienlijk deel van het stadshart verwoestte. De brand brak uit op de avond van woensdag 4 september in de tapijtwinkel van Terpstra, aan de Voorstraat, en richtte een ravage aan.
Een van de meest opvallende slachtoffers van de brand was de historische Raadhuistoren. Het bovenste houten gedeelte van de toren, waar het carillon hing, werd volledig verwoest. De klokken werden een voor een naar beneden gehaald, wat het drama in de stad versterkte. Ook de naastgelegen gastronoom en tien panden in de Sint Odolphisteeg gingen in vlammen op.
Brandweerkorpsen uit de regio ingezet
De omvang van de brand was zo groot dat verschillende brandweerkorpsen uit de regio naar Harlingen werden gestuurd, waaronder korpsen uit Franeker, Heerenveen, Drachten, Leeuwarden en andere plaatsen. Tegenwoordig zou een dergelijke brand worden geclassificeerd als een 'Grip 1' situatie, waarbij meerdere hulpdiensten gecoördineerd samenwerken.
Tijdens de bluswerkzaamheden werden echter ook gebreken in de lokale brandweerorganisatie zichtbaar. De ladderwagen van de Harlinger brandweer bleek niet te functioneren, wat leidde tot vertragingen in de bestrijding van het vuur. Dit incident leidde tot de aanschaf van een nieuwe hoogwerker. De brandweermannen uit Franeker kregen de opdracht om water uit de Noorderhaven te pompen, maar door het getij was het op dat moment eb. Dit leidde tot een bijzonder moment: "We hebben de haven leeggezogen," werd er later gekscherend gezegd door de brandweerlieden.
Persoonlijke herinneringen aan de nacht
Joop van der Heide, inwoner van Harlingen, herinnert zich de nacht van de brand nog goed. "Wij woonden toen aan de Lanen, tegenover de brandweerkazerne. De sirenes maakten ons die nacht wakker en al snel zagen we een enorme vuurgloed in de richting van de Voorstraat. De wind stond ongunstig en het vuur verspreidde zich razendsnel richting de Zoutsloot en het Rooie Dorp." Veel bewoners in omliggende wijken, zoals Oosterparkwijk en Plan Zuid, ontdekten de volgende ochtend pas de ernst van de situatie.