De heer Kooi voer rond 1960 met zijn klipper "Antje" op Ameland met zand en grind wat hij verhandelde aan de aannemers op het eiland. Hij deed vaak Harlingen aan om zand te ruilen voor grind of andersom bij een handel in bouw materialen gevestigd in de Zuiderhaven. Omdat hij veelal alleen voer kwam hij in contact met losse havenarbeider Jan Wever die vaak een touwtje van hem aannam. Bij deze man was mevrouw Kooi-Zeilmaker kind aan huis. Op een keer toen de klipper “Antje” weer in Harlingen lag nam hij haar mee en terwijl de heer Kooi in het ruim van zijn schip aan het werk was, riep hij: "Sipke ik haw wat moois foar dy meinaam". Mevrouw was op dat moment onderweg naar het Leger des Heils. Er werd een afspraak gemaakt dat de heer Kooi haar 's avonds zou ophalen uit het Leger des Heils. Dit stond aan de vooravond van een huwelijk wat op dinsdag 6 oktober 2020 met een 60 jarig jubileum mag worden gevierd.
De Klipper Antje was te klein om samen op te wonen en varen, daarom zijn na hun trouwdag als eerste gaan wonen en varen op een schip van de firma Brijder, een grote klipper genaamd "Volharding". Ze kregen een zoon en een dochter. Op een gegeven moment voeren ze met hun eigen schip op Dokkum, waar ze de zand en grind handel van de heer Kooi zijn vader hadden overgenomen. De kinderen moesten naar school en mevrouw wilde ze niet naar een schippers internaat doen. Er werd besloten om het schip om te bouwen tot woonboot. Hierop hebben ze meer dan 35 jaar gewoond in Dokkum.
De heer Kooi stopte met de zand en grind handel, heeft daarna vele jaren als sleepboot kapitein gevaren en aan grote werken mogen deelnemen zoals de aanleg van de dijk tussen Enkhuizen en Lelystad en de aanleg van de Oosterschelde kering. Beide kinderen zijn getrouwd en er zijn drie kleinkinderen.
Mevrouw Kooi- Zeilmaker bleef altijd verbonden aan het Leger des Heils in Harlingen al kon ze door de afstand tussen Dokkum en Harlingen daar niet heel actief in zijn. Toen de heer Kooi met pensioen ging hebben ze nog een paar jaar in Dokkum gewoond. Harlingen bleef vooral aan mevrouw trekken, ze had daar een fijne jeugd beleefd. Voor meneer met zijn maritieme interesse was Harlingen ook een betere plaats om samen te oud te worden. Mevrouw kan nu veel gemakkelijker naar het Leger des Heils en genieten van het heilsoldaat zijn. De heer Kooi is vaak op de haven te vinden en fietst graag naar Kornwerderzand en langs de Waddenzee dijk.
Door afnemende gezondheid vinden ze samen hun welverdiende rust en zorg in ‘de Spiker’ in Harlingen. Ondanks de omstandigheden rondom het Coronavirus is het op een veilige manier mogelijk gemaakt dat burgemeester Roel Sluiter hen op 7 oktober 2020 kon feliciteren met dit bijzondere jubileum.
Foto - Joachim de Ruijter