De prijs werd gewonnen door Simone Atangana Bekono voor haar boek ‘confrontaties’.
Toespraak burgemeester Ina Sjerps
Een van de leukste dingen die ik als burgemeester mag doen is het uitreiken van de Anton Wachterprijs. Vandaag voor mij de eerste keer, en ik val meteen met de neus in de boter, want ik mag de prijs uitreiken aan Simone Atangana Bekono die een boek heeft geschreven dat mij vanaf de eerste tot de laatste zin heeft gegrepen. Omdat het boek me naar een andere wereld brengt, maar ook omdat ik er zoveel in herken. En het boek me daarmee ook direct weer meer inzicht geeft in wie ik zelf ben en hoe ik zo ben geworden.
‘Confrontaties’ staat bol van de liefde voor het lezen. De hoofdpersoon, Salomé Henriette Constance Atabong, houdt van lezen. Lezen houdt haar op de been. Waarom leest ze? Waarschijnlijk om dezelfde reden als waarom ik boeken heb verslonden in mijn jeugd -en nooit meer ben gestopt. Als basisschoolleerling heb ik in één schooljaar de hele jeugdafdeling van de dorpsbibliotheek uitgelezen. Dat waren onder andere zo’n veertig boeken over Arendsoog en Witte Veder. Ik las er rustig vier in een weekend. Toen ik bij de bibliotheek niets meer te halen had begon ik, net als Salomé, aan de boekenverzameling van mijn moeder.
Voor mij was en is lezen dé manier om te ontsnappen aan het heden. Om me af te kunnen sluiten. Om met rust gelaten te worden. Om onder te duiken in een andere wereld. Lezen is ook, je een boek toe-eigenen. Het boek is van de auteur tot het in de winkel en de bibliotheek belandt. Daarna wordt het van de lezer. De lezer maakt er zijn eigen verhaal van. Hij interpreteert, herkent -of niet, en geeft betekenis aan het boek.
Voor mij als lezer gaat ‘Confrontaties’ over de strijd tegen diegenen die macht over ons willen uitoefenen. Die willen bepalen wie wij in hun ogen moeten zijn. Die ons in een keurslijf van oordeel willen stoppen. En daarvoor woorden gebruiken die littekens achterlaten. ‘L’enfer, c’est les autres’ om Sartre te citeren. ‘Ik paste niet meer in de ruimte waar ik eerst in zat’, zegt Salomé. Ze groeit op en wil zijn wie ze is. De volle ruimte innemen die hoort bij haar mens-zijn, bij haar kleur en karakter. Maar haar omgeving wil het kader bepalen waar zij zich in moet schikken. Of het gaat om haar zus, haar tante, de jongens die haar pesten, achtervolgen, mishandelen, haar therapeut, de regels van een jeugdgevangenis. Salomé gaat het gevecht aan. Soms door zich in zichzelf terug te trekken, en soms op een heel fysieke manier.
Salomé’s vader ging niet praten met de mentor van de school toen ze werd gepest. Hij gaf haar een boksbal en leerde haar terugslaan. En dat is ze gaan doen, met alle consequenties van dien. Die vader met die boksbal, dat kwam bij mij binnen. Mijn vader heeft ook geprobeerd mijn zus, broer en mij te leren om terug te vechten. Wij waren daar helaas niet zo goed in als Salomé, wat betekende dat het pesten best lang doorging. Voor onze loopbanen is dat waarschijnlijk wel beter geweest. Wij zijn in ieder geval niet in een jeugdgevangenis beland.
‘Confrontaties’ gaat natuurlijk ook over racisme, maar niet alleen. Rassendiscriminatie is een van de ergste vormen van uitsluiting en onderdrukking. Maar het zou een vergissing zijn om het boek in die ruimte gevangen te houden. Machtsmisbruik, de ander kleiner proberen te maken om jezelf groter te voelen, is een thema met een universele betekenis. Een thema met een grote actualiteit.
Waar ongecontroleerde macht is, macht zonder tegenmacht, volgt machtsmisbruik. Of dat nu pesten heet, intimidatie op de werkvloer of seksueel misbruik. En dat leren we al op school, waar we allemaal oefenen om te worden wie we zijn en hoe we ons tot anderen verhouden.
‘Confrontaties’ is een boek dat mij raakte. Dat me terugbracht in mijn eigen leven, maar dat me ook in dat van een ander bracht. Graag wil ik de schrijfster, Simone Atangana Bekono danken voor deze ervaring en feliciteren met een prachtige prestatie.
Het is me dan ook om meer dan één reden een hele eer om u deze prijs uit te reiken.
Ina Sjerps, burgemeester gemeente Harlingen