Recensent Loek van der Heide
Opvoering: Zomerserie Orgel-concerten Harlingen
Datum: Vrijdag 28 juni
Uitvoering: Tjeerd van der Ploeg
Programma: Buxtehude Bach Schmidt
Keuze uit twee uitersten: Legato-klank tegenover verstaanbaarheid.
Hij bracht de volgende werken ten gehore
- Dietrich Buxtehude Præludium in g-moll, BuxWV 148 Nun bitten wir den heiligen Geist, BuxWV 209
- Johann Sebastian Bach Fantasia und Fuge in c-moll, BWV 537 Schmücke dich o liebe Seele 2 clav. u Pedal, BWV 654
- Franz Schmidt Präludium und Fuge in D Dur (halleluja) O, wie selig seid ihr doch, ihr Frommen
- Johann Sebastian Bach Præludium und Fuge in e-moll, BWV 548
Een organist is in feite een ‘orkestrator’ die het meest complete blaasinstrument moet ‘programmeren’. Hierbij is de -juiste- keus van registers, van het grootste belang. Bepaalde registers werken elkaar ‘tegen’ en andersom, kunnen ze elkaar versterken. Daarbij heb je ook nog grote keuzes te maken in de interpretatie, het accentueren van bepaalde ‘stemmen’, ofwel steek je alle aandacht in het produceren van een -ondefinieerbaar- klankgordijn. In elk geval, werken aan een balans tussen die uitersten…
Bij de interpretatie van Van der Ploeg, afgelopen vrijdag 28 juni zat ik op twee gedachten. Enerzijds voelde ik mij, bij de sommige werken ‘klankmatig’ in een ‘warm bad’ orgelklank van Hoog tot laag.
In tweede instantie bekroop mij een gevoel van luistermoeheid, in het continue te moeten verwerken van die muur van klank die Van der Ploeg ontlokte aan het monumentale Hinsz orgel. Een juiste -klankmatige- indruk zit hem niet in het zoveel mogelijk ‘opentrekken’ van registers en het ‘vol’-legato’ (totaal verbinden van noten), maar in het subtiele gebruik van de solostemmen, die het Hinszorgel rijk is.
Door alle werken heen is, voor de nodige ‘rustmomenten’ voor de luisteraar altijd een ‘klein moment van bezinning nodig, afgezien van de ‘Grande Finales’, in zowel de grote Orgelsymfonieën als de karakterstukken. Helaas verloor Van der Ploeg zich wat in zijn streven ‘tot volle kathedraal-orgel klank’, dat, ten koste van de subtiele gedeelten door eigenlijk het hele programma heen.
Bij dit alles overheerste bij mij toch het gevoel van een ‘warm klankbed’ zei het ten koste van de doorzichtigheid in met name de polyfone werken, met daarin een goede verstaanbaarheid van alle ‘stemmen’.
Programma
Vrijdag 12 juli 2019, 20.00 uur: Véronique van den Engh
Vrijdag 26 juli 2019, 20.00 uur: Eeuwe Zijlstra
Vrijdag 9 augustus 2019, 20.00 uur: Linde Mothes
Vrijdag 23 augustus 2019, 20.00 uur: Janny de Vries