In de HC heeft u, beknopt, kunnen lezen wat het college van plan is in het kader van haar Mobiliteitsvisie. Daar is wel wat op af te dingen omdat veel nog onzeker is, maar goed. Wat u niet in de HC heeft kunnen lezen, is dat de gemeenteraad die Mobiliteitsvisie niet unaniem heeft aangenomen. Ik geef toe, het was slechts een stem van een partij, maar dat is misschien juist extra interessant om je eigen mening aan te slijpen. Als iedereen het eens is, ja dan is er aan een discussie niet veel eer te behalen. Maar juist die ene afwijkende stem kan het boeiend maken. Die plaatst vraagtekens bij die gelijkvormigheid van de anderen. Die maakt dat er iets is om over na te denken. Die spoort aan om te kijken of er misschien ook betere alternatieven zijn.
Het leek ons goed om daarom onderstaande tekst, die ik afgelopen woensdag 11 november in de raad uitsprak onder uw aandacht te brengen.
Vriendelijke groet,
Wim Wildeboer, raadslid WAD’N Partij Harlingen
Voorzitter,
Als de wereld vergaat, ga ik naar Nederland want daar gebeurt alles 50 jaar later. Een uitspraak die aan Heinrich Heine wordt toegeschreven, maar die zeer waarschijnlijk apocrief is. Blijft een leuke uitspraak.
Zo erg is het in Harlingen nog niet. Hier duurt het geen 50 jaar, maar 5 jaar. Voor sommige zaken toch ook best wel lang.
5 jaar geleden heeft de WAD’N PARTIJ een amendement ingediend dat er op gericht was om het parkeren in de Voorstraat te bekorten om de doorstroom te bevorderen. U begrijpt dat dat amendement door de coalitie, bijna dezelfde als nu, in haar verkeerswijsheid werd verworpen. En ziet, nu komt het college met iets wat er op lijkt en met hetzelfde doel: doorstroming. Het rare is dan weer wel dat we in de tarieventabel die in de Parkeerverordening zit hier niets van tergugvinden. Maar daar kom ik bij dat agendapunt nog op terug. Mede in het licht van het amendement van de CU.
In die afgelopen jaren hebben we allerlei verkeersgehannes gezien: Eenrichtingsverkeer de ene kant op, dan weer de andere kant op. Voorstraat die een tijdje afgesloten is geweest. En het begint allemaal weer overnieuw met deze mobiliteitsvisie: verkeersrichtingen worden weer omgegooid, pilot met afsluiten Voorstraat, onderzoek, overleg, venstertijden. Voorzitter, wordt er dan nooit wat geleerd van ervaringen uit het verleden? En waarom worden er niet simpelweg best practices uit andere plaatsen overgenomen? Waarom moet het wiel telkens opnieuw worden uitgevonden?
En nu we het toch over 5 jaar hebben, wat is er de afgelopen globaal 5 jaar door het college eigenlijk gedaan op dit gebied? Deze Mobiliteitsvisie moet voorgaand beleid uit 2011 en 2016 vervangen, want die is verouderd, c.q. achterhaald, m.n. ook door het gereedkomen van de doorbakking van Harlingen door de N31. Maar voorzitter, die N31 is al bijna drie jaar klaar. En dat niet alleen, het was ook al jaren bekend wanneer hij klaar zou zijn, en dan kijk ik niet op een paar maanden meer of minder. Waarom krijgen we dan pas in 2020 een Mobiliteitsvisie, gebaseerd op het gereedkomen van de N31? Visie lijkt mij een woord gericht op de toekomst, maar wat houdt visie in als die jaren achteraf komt? In een tijd van magneetzweeftreinen en zelfrijdende electrische auto’s komt de mobiliteitsvisie van het college van Harlingen met de postkoets.
Voorzitter, er is nog een aspect dat ons zorgen baart: het ondermijnen van de positie van de gemeenteraad. Het soort zaken dat in dit mobiliteitsstuk wordt behandeld hoort de bevoegdheid te zijn van de gemeenteraad. Nou, dat is het toch ook zult u zeggen, want het ligt nu in de raad ter tafel. Welnu mogelijk ben ik de afgelopen jaren als raadslid achterdochtig of zelfs ietwat cynisch geworden, maar ik zie wat anders voorliggen. Ik zie een stuk vol losse eindjes, nader onderzoek, overleg met anderen. Los van het feit dat we daar niet zoveel mee opschieten – en ik zei al, dit stuk is jaren over tijd – proeven wij ook het risico dat door akkoord te gaan met dit raadsvoorstel we de zeggenschap over al die losse eindjes overdragen aan het college. Daar passen wij voor.
Voorzitter, gewoon ter verduidelijking een paar voorbeelden.
In 3.6 staat keihard, ik citeer: “De veerbootterminal blijft op de huidige locatie liggen.” Het toppunt van gebrek aan visie en het niet openstaan voor andere, mogelijk voor Harlingen op termijn betere opties.
3.7 “Optimaal benutten beschikbare ruimte Voorstraat”. Wanneer hebben we dat eerder gehoord? Is de Voorstraat niet pas recentelijk helemaal opnieuw ingericht?
Ook 3.7 “Herinrichten Waddenpromenade.” Het staat er, maar we hebben nog geen idee. En, zoals hiervoor gezegd, er ligt geen visie aan ten grondslag t.a.v. wat je als gemeente eigenlijk met dat hele gebied wilt, dus incl. de veerbootterreinen. Misschien moet het college eens een kijkje gaan nemen in Harderwijk om te zien wat het betekent om een promenade, oftewel boulevard, terug te brengen in het stadsbeeld.
Op pag. 29 zien we opeens weer een jachthaven opduiken in de Nieuwe Willemshaven, het afgeschoten idee van ex-wethouder LeRoy. Daar vlak achteraan staat dat de Nieuwe Willemshaven meer ruimte moet bieden aan evenementen. Maar wat heeft het college er net ponteficaal laten neerzetten, op een toeristische A-locatie? Een washok, en dan druk ik me nog netjes uit.
4.1, ik citeer: “… de barierrewerking van de N31 fors minder geworden”. Wat wordt daar precies mee bedoeld? En hoezo is een bak minder een barriere dan een dijk?
Ook 4.1, de Prinsenstraat, ja dat is pas een barriere. Maar hoezo moet die voor onze inwoners minder aantrekkelijk worden, en het college zegt zelf dat die voor hen onmisbaar is, omdat eilandgangers zich er onnodig langswurmen? Nergens lees ik een woord over het intensief in overleg gaan met makers van routeplanners, terwijl daar juist het probleem schuilt waardoor velen zich met hun auto de binnenstad in storten.
Op pag. 34 lezen we een lofzang op AutoMaatje, maar bij mijn weten heeft het college nog niet gereageerd op de brandbrief van taxibedrijf Van der Pol dienaangaande.
Op pag. 35 lezen we impliciet over de mogelijkheid om autoparkeerplaatsen in de binnenstad te laten vervallen t.g.v. fietsen. Welk onderzoek naar het belang van auto’s, resp. fietsen voor de economische leefbaarheid van de binnenstad ligt daaraan ten grondslag? We lezen ook modieus over contacten met de fietsersbond. Een sterke lobby, maar wel eenzijdig.
Pag. 36: de gemeente gaat samen met de Bruine Vloot onderzoek doen naar die specifieke parkeerbehoeften. Mooi, zou je denken, tot je beseft dat de Bruine Vloot niet van vandaag of gisteren is. Gaan we dit nu visie noemen, dat er blijkbaar eindelijk eens aandacht voor komt?
Pag. 38: “het schoner worden van het wagenpark, door bijv. electrische auto’s”. Het college stelt electrische auto’s dus zonder meer gelijk aan schoner. Maar voorzitter, electrische auto’s zijn niet schoner dan de electriciteit die erin gaat en die komt nog steeds voor het overovergrote deel uit steenkool en gas.
Over de perikelen rond Kimswerda lezen we mooie, wensdromende woorden, totaal voorbijgaand aan de al jaren slepende werkelijkheid.
Tot slot van deze details nog twee kleine opmerkingen n.a.v. pag. 38: ten zuiden van de sluizen wordt de weg afgewaardeerd naar 30 km., zo staat het er. Maar voorzitter, op ca. 200 meter na is die weg al 30 km. Moeten we dit aanzien voor visie? En iets verderop duikt die oude, hardnekkige gedachte weer op: het verleiden van eilandgangers om de stad in te gaan. Die gedachte is en wordt al sinds jaar en dag door deskundigen afgeserveerd. Visie, vraagteken. Tja.
Concluderend: we hebben hier een mobiliteitsvisie waarin weinig visie te bespeuren valt, die vol staat met cliche’s en lippendienst, ook vol met open deuren en zaken die allang bekend zijn en ook vol met losse eindjes en irreel wensdenken, ook wel luchtfietserij genaamd. En aan dat alles heeft een extern bureau weer een aardig centje verdiend. Droevig.
► Mobiliteitsvisie Harlingen concept versie 2-gecomprimeerd.pdf — PDF-bestand, 3.69 MB (3873763 bytes)